Laatste dagen (dag 25+26)

Woensdag
Mathijs en Wouter vertrekken zijn in alle vroegte naar het stadpark vertrokken, waarin ook het Vajdahunyad-kasteel is gelegen. Ik heb iets langer nodig om op te starten.

Even voor het middaguur vertrek ik naar Margareth-eiland, waar ik een paar uurtjes ga chillen. Na een paar uurtjes loop ik terug naar de Pest-kant van de stad. Ik bekijk het enorme parlementsgebouw en het westerlijke treinstation, dat qua schoonheid niet onderdoet voor Keleti, waar ik dinsdag op ben gearriveerd.

Op mijn pad tref ik vervolgens de Sint Stephen-basiliek. Op aanraden van Yasmijn eet ik (te veel) bij Spinoza. Ik ben meer kwijt dan in Brqasov, maar ook hier heb ik prima gegeten. Pluspunt is de livemuziek in de vorm van een pianist. Om het eten wat te laten zakken, loop ik terug naar het hostel in plaats van de metro te pakken.

Donderdag
Om mijn laatste volledige dag zo optimaal mogelijk te benutten, sta ik vroeg op en neem ik de metro naar het stadspark. Daar bekijk ik de Heldenplein, waar de groten uit de Hongaarse historie in standbeelden zijn vereeuwigd. Vervolgens bezoek ik het eerder genoemde kasteel, waar ik me in de Elfteling waan, zo sprookjesachtig is het.

Op aanraden van een van de Fransen die ik gisteren heb getroffen, bezoek ik het Terror Háza. Het is nu een muzeum, maar was in de vorige eeuw het toonbeeld van twee schrikbewinden in Hongarije. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Arrow Cross Party, de Hongaarse nazi's, de eigenaar van het pand. Na de val van Hitler's bewind nam de communistische terreurorganisatie ÁVO en diens opvolger ÁVH het gebouw over.

Ik dwaal nog wat uurtjes door het centrum en keer dan terug naar het hostel, waar ik douche en boodschappen voor morgen doe. Dan praat ik nog een paar uurtjes met Adam, de eigenaar van het hostel met wie ik bij het inchechen al kort gesproken heb.